"Savoir" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn ingewikkelde werkwoordvervoegingen en een van de belangrijkste en meest gebruikte werkwoorden in het Frans is "savoir". "Savoir" betekent "weten" in het Engels en is een veelzijdig werkwoord dat verschillende betekenissen en toepassingen heeft in verschillende contexten. In dit artikel verkennen we de vervoeging van het Franse werkwoord "savoir" in verschillende tijden en stemmingen, waarbij we licht werpen op de vormen en het gebruik ervan.

 

Tegenwoordige tijd

In de tegenwoordige tijd wordt "savoir" als volgt vervoegd:

- Je sais (Ik weet het)
- Tu sais (Jij weet het, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on sait (Hij/zij/iemand weet het)
- Nous savons (Wij weten)
- Vous savez (U weet wel, formeel enkelvoud of meervoud)
- Ils/elles savent (Zij weten)

"Je sais" en "tu sais" zijn de eerste en tweede persoonsvormen enkelvoud, terwijl "il/elle/on sait" de derde persoonsvorm enkelvoud is. "Nous savons" en "vous savez" zijn de eerste en tweede persoon meervoud en "ils/elles savent" is de derde persoon meervoud.

 

Verleden tijden

1. Passé Composé (voltooid tegenwoordige tijd)

Om handelingen uit te drukken die in het verleden zijn voltooid, wordt de passé composé tijd gebruikt. In deze tijd wordt "savoir" vervoegd met het hulpwerkwoord "avoir" en het voltooid deelwoord "su".

- J'ai su (Ik wist het)
- Tu as su (Jij wist het, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on a su (Hij/zij/iemand wist het)
- Nous avons su (We wisten het)
- Vous avez su (U wist het, formeel enkelvoud of meervoud)
- Ils/elles ont su (Zij wisten het)

 

2. Imparfait

De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om lopende of gebruikelijke handelingen in het verleden te beschrijven. Om "savoir" in de onvoltooid verleden tijd te vervoegen, voeg je de volgende uitgangen toe aan de stam van het werkwoord:

- Je savais (Ik wist het)
- Tu savais (Jij wist het, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on savait (Hij/zij/iemand wist het)
- Nous savions (We wisten het)
- Vous saviez (U wist het, formeel enkelvoud of meervoud)
- Ils/elles savaient (Zij wisten)

 

Voorwaardelijke Stemming

De voorwaardelijke wijs wordt gebruikt om handelingen uit te drukken die onder bepaalde omstandigheden zouden plaatsvinden. Om "savoir" in de voorwaardelijke wijs te vervoegen, voeg je de volgende uitgangen toe aan de infinitiefvorm van het werkwoord:

- Je saurais (Ik zou het weten)
- Tu saurais (Jij zou het weten, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on saurait (Hij/zij/iemand zou het weten)
- Nous saurions (Wij zouden het weten)
- Vous sauriez (U zou het weten, formeel enkelvoud of meervoud)
- Ils/elles sauraient (Zij zouden het weten)

 

Toekomstige tijd

De toekomende tijd wordt gebruikt om te praten over acties die in de toekomst zullen plaatsvinden. Om "savoir" in de toekomende tijd te vervoegen, voeg je de volgende uitgangen toe aan de infinitiefvorm van het werkwoord:

- Je saurai (Ik zal het weten)
- Tu sauras (Jij zult het weten, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on saura (Hij/zij/iemand zal het weten)
- Nous saurons (We zullen het weten)
- Vous saurez (U zult het weten, formeel enkelvoud of meervoud)
- Ils/elles sauront (Zij zullen het weten)

 

Subjunctieve Stemming

De aanvoegende wijs wordt gebruikt om twijfel, verlangen of onzekerheid uit te drukken. Om "savoir" in de aanvoegende wijs te vervoegen, gebruik je de volgende vormen:

- Que je sache (Dat ik weet)
- Que tu saches (Dat je het weet, informeel enkelvoud)
- Qu'il/elle/on sache (Dat hij/zij/iemand weet)
- Que nous sachions (Dat weten we)
- Que vous sachiez (Dat je het weet, formeel enkelvoud of meervoud)
- Qu'ils/elles sachent (Dat zij weten)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "savoir"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "savoir" in verschillende grammaticale tijden:

  1. Je sais parler français. (Ik weet hoe ik Frans moet spreken.) - Tegenwoordige tijd
  2. Tu savais la réponse hier. (Je wist het antwoord gisteren.) - Imperfect Tense
  3. Il saura bientôt la vérité. (Hij zal spoedig de waarheid kennen.) - Toekomende Tijd
  4. Nous avons su la nouvelle hier soir. (We hebben het nieuws gisteravond vernomen.) - Passé Composé
  5. Vous sauriez la réponse si vous demandiez. (Je zou het antwoord weten als je het vroeg.) - Voorwaardelijke Stemming
  6. Elles savaient que j'étais en retard. (Ze wisten dat ik te laat was.) - Imperfect Tense
  7. Que je sache, il n'a pas encore décidé. (Voor zover ik weet, heeft hij nog niet besloten.) - Subjunctieve Stemming
  8. Elle saura le résultat demain. (Morgen weet ze de uitslag.) - Toekomende Tijd
  9. Nous savions qu'il était difficile. (We wisten dat het moeilijk was.) - Imperfect Tense
  10. Ils savaient que vous viendriez. (Ze wisten dat je zou komen.) - Imperfect Tense

Deze zinnen demonstreren het gebruik van "savoir" in verschillende tijden en stemmingen, wat de veelzijdigheid ervan in de Franse taal benadrukt.