"Partager" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn rijke en ingewikkelde vervoegingssysteem, met verschillende werkwoordsvormen om verschillende tijden, stemmingen en onderwerpen uit te drukken. In dit artikel zullen we kijken naar de vervoeging van het werkwoord "partager", wat "delen" betekent in het Engels.

 

Oneindige vorm: "Partager"

De infinitiefvorm van het werkwoord "partager" dient als basisvorm waarvan alle vervoegingen zijn afgeleid. Om "partager" correct te vervoegen, moet je eerst de stam begrijpen en de uitgangen die horen bij verschillende onderwerp voornaamwoorden.

 

Tegenwoordige tijd: Présent

In de tegenwoordige tijd wordt "partager" als volgt vervoegd:

- Ik deel
- Tu partages (Jij deelt)
- Il/Elle partage (Hij/Zij deelt)
- Nous partageons (Wij delen)
- Vous partagez (U deelt)
- Ils/Elles partagent (Zij delen)

 

Verleden tijden: Passé Composé en Imparfait

Composé passe-partout: Deze tijd wordt gebruikt om handelingen uit te drukken die in het verleden zijn voltooid. Om de passé composé van "partager" te vormen, heb je het hulpwerkwoord "avoir" en het voltooid deelwoord "partagé" nodig. Bijvoorbeeld:
- J'ai partagé (Ik deelde)
- Tu as partagé (Jij deelde)
- Il/Elle a partagé (Hij/Zij deelde)
- Nous avons partagé (We deelden)
- Vous avez partagé (U deelde)
- Ils/Elles ont partagé (Zij deelden)

Imparfait: De imparfait wordt gebruikt om lopende of gebruikelijke handelingen in het verleden te beschrijven. Om "partager" te vervoegen in de imparfait, verwijder de uitgang -er en voeg de juiste imparfait uitgang toe:
- Je partageais (Ik deelde vroeger)
- Tu partageais (Vroeger deelde je)
- Il/Elle partageait (Hij/Zij deelde vroeger)
- Nous partagions (We deelden vroeger)
- Vous partagiez (Vroeger deelde je)
- Ils/Elles partageaient (Zij deelden)

 

Toekomstige tijd: Toekomst Enkelvoudig

De toekomende tijd in het Frans is relatief eenvoudig te vervoegen. Om de toekomende tijd van "partager" te vormen, voeg je de juiste uitgangen toe aan de infinitiefstam:

- Je partagerai (Ik zal delen)
- Tu partageras (Jij zult delen)
- Il/Elle partagera (Hij/Zij zal delen)
- Nous partagerons (Wij zullen delen)
- Vous partagerez (U zult delen)
- Ils/Elles partageront (Zij zullen delen)

 

Voorwaardelijke Stemming: Conditionnel

De voorwaardelijke wijs wordt gebruikt om hypothetische of onzekere acties uit te drukken. Om "partager" in de voorwaardelijke wijs te vervoegen, gebruik je de voorwaardelijke uitgangen:

- Je partagerais (Ik zou delen)
- Tu partagerais (Jij zou delen)
- Il/Elle partagerait (Hij/Zij zou delen)
- Nous partagerions (We zouden delen)
- Vous partageriez (U zou delen)
- Ils/Elles partageraient (Zij zouden delen)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "partager"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "partager" in verschillende grammaticale tijden:

  1. J'aime partager mes jouets avec mon frère. (Ik deel graag mijn speelgoed met mijn broer.) - Tegenwoordige tijd
  2. Hier, j'ai partagé mon repas avec un ami affamé. (Gisteren heb ik mijn maaltijd gedeeld met een hongerige vriend.) - Passé Composé
  3. Quand j'étais enfant, je partageais toujours mes bonbons. (Als kind deelde ik altijd mijn snoepjes) - Imparfait
  4. Demain, je partagerai ma pizza avec toi. (Morgen deel ik mijn pizza met jou.) - Futur Simple
  5. Si j'avais plus de temps, je partagerais mes connaissances avec le monde. (Als ik meer tijd had, zou ik mijn kennis met de wereld delen.) - Conditionnel Présent
  6. Il faut que tu partages ton expérience avec les autres étudiants. (Je moet je ervaring delen met de andere studenten.) - Subjonctif Présent
  7. Avant la réunion, nous avions déjà partagé nos idées par email. (Vóór de vergadering hadden we onze ideeën al per e-mail gedeeld.) - Plus-que-parfait
  8. Je partagerais volontiers mon parapluie s'il pleut demain. (Ik deel graag mijn paraplu als het morgen regent.) - Conditionnel Passé
  9. Lors de la fête, nous partagerons un gâteau délicieux. (Tijdens het feest delen we een heerlijke taart.) - Futur Simple
  10. Si vous partagez vos ressources, nous pourrons accomplir davantage. (Als je je middelen deelt, kunnen we meer bereiken.) - Subjonctif Présent

Deze zinnen laten het gebruik van het werkwoord "partager" in verschillende grammaticale tijden zien, en illustreren de veelzijdigheid ervan in het uitdrukken van verschillende acties en tijdsbestekken in het Frans.