"Compter" - Conjugatie van het Franse werkwoord

Het Franse werkwoord "compter" is een veelzijdig werkwoord dat vaak wordt gebruikt in alledaagse gesprekken. Het betekent "tellen" of "rekenen" en het is een essentieel werkwoord om te kennen als je het hebt over getallen en berekeningen in het Frans. In dit artikel zullen we onderzoeken hoe je "compter" vervoegt in verschillende tijden en stemmingen om verschillende acties en ideeën uit te drukken.

 

Tegenwoordige tijd (Présent)

In de tegenwoordige tijd wordt "compter" als volgt vervoegd:

- Ik tel
- Tu comptes (Jij telt)
- Il/elle/on compte (Hij/zij/iemand telt)
- Nous comptons (Wij tellen)
- Vous comptez (Jij telt)
- Ils/elles comptent (Zij tellen mee)

 

Imperfecte tijd (Imparfait)

De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om lopende of gebruikelijke handelingen in het verleden te beschrijven. Om "compter" in de onvoltooid verleden tijd te vervoegen, volg je dit patroon:

- Je comptais (Ik was aan het tellen)
- Tu comptais (Je was aan het tellen)
- Il/elle/on comptait (Hij/zij/iemand was aan het tellen)
- Nous comptions (We waren aan het tellen)
- Vous comptiez (Jij telde)
- Ils/elles comptaient (Zij telden)

 

Toekomende tijd (Futur Simple)

Om acties uit te drukken die in de toekomst zullen gebeuren, gebruik je de toekomende tijd:

- Je compterai (Ik zal tellen)
- Tu compteras (Jij zult tellen)
- Il/elle/on comptera (Hij/zij/iemand zal tellen)
- Nous compterons (Wij zullen tellen)
- Vous compterez (U zult tellen)
- Ils/elles compteront (Zij zullen tellen)

 

Voorwaardelijke tijd (Conditionnel Présent)

De voorwaardelijke tijd wordt gebruikt om te praten over acties die afhankelijk zijn van een bepaalde voorwaarde of omstandigheid. Om "compter" in de voorwaardelijke tijd te vervoegen, volg je dit patroon:

- Ik zou tellen
- Tu compterais (Jij zou tellen)
- Il/elle/on compterait (Hij/zij/iemand zou tellen)
- Nous compterions (Wij zouden tellen)
- Vous compteriez (Jij zou tellen)
- Ils/elles compteraient (Zij zouden tellen)

 

Aanvoegende wijs (Subjonctif Présent)

De aanvoegende wijs wordt gebruikt om onzekerheid, twijfel, verlangen of noodzaak uit te drukken. Het vervoegen van "compter" in de aanvoegende wijs vereist een andere reeks uitgangen:

- Que je compte (Dat ik tel)
- Que tu comptes (Dat je telt)
- Qu'il/elle/on compte (Dat hij/zij/iemand meetelt)
- Que nous comptions (Dat we tellen)
- Que vous comptiez (Dat je telt)
- Qu'ils/elles comptent (Dat ze tellen)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "compter"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "compter" in verschillende grammaticale tijden:

  1. Je compte les étoiles dans le ciel. (Ik tel de sterren aan de hemel.) - Tegenwoordige tijd
  2. Tu comptais les pièces de monnaie hier soir. (Je was gisteravond de munten aan het tellen.) - Imperfect Tense
  3. Il comptera l'argent demain. (Hij zal het geld morgen tellen.) - Toekomende Tijd
  4. Nous comptions sur toi pour la réponse. (We rekenden op jou voor het antwoord.) - Imperfect Tense
  5. Vous compterez les jours jusqu'à son retour. (Je zult de dagen tellen tot zijn terugkeer.) - Toekomende Tijd
  6. Zij willen dat ik de stemmen tel. (Ze willen dat ik de stemmen tel.) - Subjunctieve Stemming
  7. Que tu comptes ou non, cela ne change rien. (Of je nu telt of niet, het verandert niets.) - Subjunctieve Stemming
  8. Elle compterait sur moi en cas de besoin. (Ze zou op mij rekenen in geval van nood.) - Voorwaardelijke tijd
  9. Nous comptions les minutes jusqu'à la fin du film. (We telden de minuten tot het einde van de film.) - Imperfect Tense
  10. Vous pouvez compter sur notre soutien. (Je kunt rekenen op onze steun.) - Tegenwoordige tijd