"Rester" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn ingewikkelde werkwoordvervoegingen, en een van de essentiële werkwoorden die je tegenkomt is "rester". In dit artikel duiken we in de vervoeging van het werkwoord "rester" in verschillende tijden en stemmingen.

 

Tegenwoordige Indicatieve

In de tegenwoordige aanwijzende tijd wordt "rester" als volgt vervoegd:

- Ik blijf
- Tu restes (Jij blijft, enkelvoud informeel)
- Il/elle/on reste (Hij/zij/iemand blijft)
- Nous restons (Wij blijven)
- Vous restez (U blijft, formeel of meervoud)
- Ils/elles restent (Zij blijven)

 

Verleden Indicatief

Om over het verleden te praten in de aantonende wijs, kun je de passé composé tijd gebruiken. Deze wordt gevormd met behulp van het hulpwerkwoord "être" en het voltooid deelwoord "resté."

- J'ai resté (Ik ben gebleven)
- Tu as resté (Jij bleef, enkelvoud informeel)
- Il/elle/on a resté (Hij/zij/iemand bleef)
- Nous avons resté (We verbleven)
- Vous avez resté (U bleef, formeel of meervoud)
- Ils/elles ont resté (Zij bleven)

 

Toekomst Indicatief

Voor handelingen in de toekomst wordt de toekomende indicatieve tijd gebruikt:

- Je resterai (Ik zal blijven)
- Tu resteras (Jij blijft, enkelvoud informeel)
- Il/elle/on restera (Hij/zij/iemand zal blijven)
- Nous resterons (Wij blijven)
- Vous resterez (U zult blijven, formeel of meervoud)
- Ils/elles resteront (Zij zullen blijven)

 

Voorwaardelijk

De voorwaardelijke wijs wordt gebruikt om hypothetische situaties of beleefde verzoeken uit te drukken. Om "rester" in de voorwaardelijke wijs te vervoegen, volg je dit patroon:

- Je resterais (Ik zou blijven)
- Tu resterais (Jij zou blijven, enkelvoud informeel)
- Il/elle/on resterait (Hij/zij/iemand zou blijven)
- Nous resterions (We zouden blijven)
- Vous resteriez (U zou blijven, formeel of meervoud)
- Ils/elles resteraient (Zij zouden blijven)

 

Imperatief

De gebiedende wijs wordt gebruikt voor het geven van bevelen of het doen van verzoeken. Hier zijn de gebiedende vormen van "rester":

- Reste (verblijf, enkelvoud informeel)
- Restons (Laten we blijven)
- Restez (Verblijf, formeel of meervoud)

 

Tegenwoordige deelwoord en werkwoord

Het tegenwoordig deelwoord van "rester" is "restant" en kan ook als gerundium gebruikt worden:

- En restant calme (Kalm blijven)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "rester"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "rester" in verschillende grammaticale tijden:

  1. Je reste à la maison aujourd'hui. (Ik blijf vandaag thuis.) - Tegenwoordige Indicatief
  2. Elle est restée en France tout l'été. (Ze is de hele zomer in Frankrijk gebleven.) - Verleden Indicatief
  3. Nous resterons amis pour toujours. (We zullen voor altijd vrienden blijven.) - Toekomstige Indicatief
  4. Si j'avais le temps, je resterais plus longtemps. (Als ik de tijd had, zou ik langer blijven.) - Voorwaardelijk
  5. Reste calme dans cette situation. (Blijf kalm in deze situatie.) - Imperatief
  6. Il était en train de rester concentré pendant la réunion. (Hij bleef geconcentreerd tijdens de vergadering.) - Tegenwoordige deelwoord
  7. Elle a resté chez ses grands-parents le week-end dernier. (Ze verbleef afgelopen weekend bij haar grootouders.) - Voltooid deelwoord
  8. Si vous restiez silencieux, vous éviteriez les ennuis. (Als je zou zwijgen, zou je problemen vermijden.) - Voorwaardelijk
  9. En restant actif, on peut rester en bonne santé. (Door actief te blijven, kan men gezond blijven) - Gerund
  10. Ils resteront ensemble jusqu'à la fin de leurs jours. (Ze zullen bij elkaar blijven tot het einde van hun dagen.) - Toekomende Indicatief

Deze voorbeelden laten zien hoe het werkwoord "rester" kan worden gebruikt in verschillende tijden en stemmingen om verschillende betekenissen en nuances over te brengen in het Frans.