"Tomber" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn ingewikkelde vervoeging van werkwoorden, en een werkwoord dat dit patroon volgt is "tomber", wat "vallen" betekent in het Engels. In dit artikel verkennen we de vervoeging van het werkwoord "tomber" in verschillende tijden en vormen, zodat je het correct kunt gebruiken in verschillende situaties.

 

Tegenwoordige tijd

In de tegenwoordige tijd wordt "tomber" als volgt vervoegd:

- Je tombe (Ik val)
- Tu tombes (Je valt)
- Il/elle/on tombe (Hij/zij/iemand valt)
- Wij vallen
- Vous tombez (Je valt)
- Ils/elles tombent (Zij vallen)

 

Verleden tijden

 

Passé Composé (voltooid tegenwoordige tijd)

Om de passé composé van "tomber" te vormen, moet je het hulpwerkwoord "être" samen met het voltooid deelwoord "tombé" gebruiken.

- Je suis tombé(e) (Ik viel)
- Tu es tombé(e) (Je viel)
- Il/elle/on est tombé(e) (Hij/zij/iemand viel)
- Nous sommes tombé(e)s (We vielen)
- Vous êtes tombé(e) (U bent gevallen)
- Ils/elles sont tombé(e)s (Ze vielen)

 

Imparfait (Imperfect)

De onvoltooid verleden tijd van "tomber" wordt gebruikt om lopende of gebruikelijke handelingen in het verleden te beschrijven. Zo wordt het vervoegd:

- Je tombais (Ik viel)
- Tu tombais (Je viel vroeger)
- Il/elle/on tombait (Hij/zij/iemand viel)
- Nous tombions (Vroeger vielen we)
- Vous tombiez (Vroeger viel je)
- Ils/elles tombaient (Zij vielen)

 

Toekomstige tijd

In de toekomende tijd wordt "tomber" als volgt vervoegd:

- Je tomberai (Ik zal vallen)
- Tu tomberas (Je zult vallen)
- Il/elle/on tombera (Hij/zij/iemand zal vallen)
- Nous tomberons (We zullen vallen)
- Vous tomberez (U zult vallen)
- Ils/elles tomberont (Zij zullen vallen)

 

Voorwaardelijke Stemming

De voorwaardelijke wijs wordt gebruikt om hypothetische of onzekere acties uit te drukken. Zo wordt "tomber" vervoegd in de voorwaardelijke tijd:

- Je tomberais (Ik zou vallen)
- Tu tomberais (Je zou vallen)
- Il/elle/on tomberait (Hij/zij/iemand zou vallen)
- Nous tomberions (We zouden vallen)
- Vous tomberiez (Je zou vallen)
- Ils/elles tomberaient (Zij zouden vallen)

 

Subjunctieve Stemming

De aanvoegende wijs wordt gebruikt in verschillende situaties, waaronder het uitdrukken van twijfel, verlangen of noodzaak. De vervoeging van "tomber" in de aanvoegende wijs is als volgt:

- Que je tombe (Dat ik val)
- Que tu tombes (Dat je valt)
- Qu'il/elle/on tombe (Dat hij/zij/iemand valt)
- Que nous tombions (Dat we vallen)
- Que vous tombiez (Dat je valt)
- Qu'ils/elles tombent (Dat ze vallen)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "tomber"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "tomber" in verschillende grammaticale tijden:

  1. Je tombe de vélo. (Ik val van de fiets) - Tegenwoordige tijd
  2. Tu es tombé hier soir. (Je viel gisteravond) - Passé Composé
  3. Il tombait quand il a glissé. (Hij viel toen hij uitgleed) - Imparfait
  4. Nous tomberons demain matin. (We zullen morgenochtend vallen) - Toekomende Tijd
  5. Elle tomberait si elle ne faisait pas attention. (Ze zou vallen als ze niet oplette) - Voorwaardelijke wijs
  6. Il faut que tu ne tombe pas. (Je mag niet vallen) - Aanvoegende wijs
  7. Après avoir sauté, ils sont tombés doucement. (Na het springen vielen ze zacht) - Passé Composé
  8. Quand j'ai marché sur la glace, j'ai failli tomber. (Toen ik op het ijs liep, viel ik bijna) - Passé Composé
  9. En hiver, la neige peut faire tomber des branches. (In de winter kan sneeuw takken doen vallen) - Tegenwoordige Tijd
  10. Avant de partir en voyage, vérifiez que tout est bien tombé dans la valise. (Controleer voordat je op reis gaat of alles in de koffer is gevallen) - Aanvoegende wijs