Het is mogelijk als u uw Genius Wave activeert! Probeer het nu:
Kijk hoe het werktPassé simple is een van de drie Franse verleden tijden die overeenkomen met de verleden tijd (de andere twee zijn Passé passé composé en Passé imparfait). De verschillen tussen de drie verleden tijden worden aan het eind van dit artikel nader toegelicht.
Passé simple wordt niet gebruikt in gesproken taal, maar meer in geschreven taal (bijv. verhalen en vertellingen) en in zeer formele toespraken. Daarom zul je waarschijnlijk nooit de passé simple in de praktijk, maar het is toch nuttig om het te kunnen herkennen als je het tegenkomt.
U kunt zie 20 Oefeningen met Passé Simple hier.
Werkwoordsuitgangen in passé simple
In passé simple wordt de inifinitieve uitgang van het werkwoord vervangen door de passé simple einde. Er zijn twee soorten eindes in passé simple:
- één reeks voor regelmatige werkwoorden in de eerste vervoeging (d.w.z. die welke eindigen op -er) en
- een set voor de 2e en 3e vervoegingen (d.w.z. die eindigen op -ir en -re)
1e vervoeging
Alle werkwoorden in de 1e vervoeging krijgen deze uitgangen in passé simple:
1. Vervoeging | Voorbeelden | ||
voornaamwoord | einde | parler | trouver |
je | -ai | parlai | trouvai |
tu | -as | parlas | trouvas |
il/elle/on | -a | parla | trouva |
nous | -âmes | parlâmes | trouvâmes |
vous | -âtes | parlâtes | trouvâtes |
ils/elles | -èrent | parlèrent | trouvèrent |
2e en 3e vervoeging
Alle werkwoorden in de 2e en 3e vervoeging krijgen deze uitgangen in passé simple:
2. og 3. vervoeging | Voorbeelden | ||
voornaamwoord | einde | finir | vendre |
je | -is | finis | vendis |
tu | -is | finis | vendis |
il/elle/on | -it | finit | vendit |
nous | -îmes | finîmes | vendîmes |
vous | -îtes | finîtes | vendîtes |
ils/elles | -irent | finirent | vendirent |
Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden veranderen van stam wanneer ze vervoegd worden in passé simple. Ze hebben ongeveer dezelfde uitgangen als werkwoorden in de 2e en 3e vervoeging.
Hier zijn enkele voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in passé simple:
Onregelmatige werkwoorden eindigend op -ir
s'assoir | |
je | m'assis |
tu | t'assis |
il/elle/on | s'assit |
nous | nous assîmes |
vous | vous assîtes |
ils/elles | s'assirent |
fuir | |
je | fuis |
tu | fuis |
il/elle/on | fuit |
nous | fuîmes |
vous | fuîtes |
ils/elles | fuirent |
Onregelmatige werkwoorden eindigend op -re
conduire | |
je | conduisis |
tu | conduisis |
il/elle/on | conduisit |
nous | nous conduisîmes |
vous | vous conduisîtes |
ils/elles | conduisirent |
mettre | |
je | mis |
tu | mis |
il/elle/on | mit |
nous | miîmes |
vous | miîtes |
ils/elles | miirent |
Voor onregelmatige werkwoorden geldt bovendien dat de meeste werkwoorden die eindigen op -u in het voltooid deelwoord (de tijd die gebruikt wordt om de passé composé) gebruiken hun voltooid deelwoord als de stam van passé simple. Hier zijn enkele voorbeelden:
avoir (eu-) | |
je | eus |
tu | eus |
il/elle/on | eut |
nous | eûmes |
vous | eûtes |
ils/elles | eurent |
courir (couru-) | |
je | courus |
tu | courus |
il/elle/on | courut |
nous | courûmes |
vous | courûtes |
ils/elles | coururent |
boire (bu-) | |
je | bus |
tu | bus |
il/elle/on | but |
nous | bûmes |
vous | bûtes |
ils/elles | burent |
connaître (connu -) | |
je | connus |
tu | connus |
il/elle/on | connut |
nous | connûmes |
vous | connûtes |
ils/elles | connurent |
De verschillen tussen de 3 tijden
Zoals vermeld in de inleiding van dit artikel, zijn er in het Frans drie vormen van de verleden tijd, die samen overeenkomen met de verleden tijd. De drie tijden zijn:
- Imparfait
- Passé simple
- Passé composé
Imparfait
Imparfait wijst op het bestaan van een onbepaalde handeling:
- Si je buvais moins, je serai un autre homme = Als je minder zou drinken, zou je een andere man zijn...
- Tu buvais tout le temps = Je dronk de hele tijd
- Il buvait seule, pour oublier le boulot = Hij dronk alleen om het werk te vergeten
Imparfait geeft aan dat een actie uit het verleden is aan de gang.
Passé simple en passé composé
Passé simple en passé composé geven aan dat de de actie is beperkt:
- Je bus une troisième tasse, puis une quatrième = Ik dronk een derde kopje en toen een vierde (passé simple)
- Je ne suis pas malheureux, mais quand j'ai bu, je pleure = Ik ben niet ongelukkig, maar als ik gedronken heb, huil ik (passé composé)
Passé simple en passé composé geven aan dat een actie uit het verleden is voltooid.
Ook moet worden vermeld dat:
- Passé simple wordt uitsluitend gebruikt in verzorgd of verhalend schrijven en in zeer formele toespraken
- Passé composé wordt zowel in spraak als in geschrift gebruikt
Bovendien moet u weten dat u de twee tijdstippen niet kunt afwisselen in dezelfde passage.
Het is mogelijk als u uw Genius Wave activeert! Probeer het nu:
Kijk hoe het werkt