"Permettre" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn ingewikkelde systeem van werkwoordvervoegingen, en een van de werkwoorden die dit patroon volgt is "permettre". In dit artikel zullen we de vervoeging van "permettre" in verschillende tijden en stemmingen bekijken.

 

Tegenwoordige Indicatieve

- Je permets
- Tu permets (U staat toe)
- Il/elle/on permet (Hij/zij/iemand staat toe)
- Nous permettons (Wij staan toe)
- Vous permettez (U staat toe)
- Ils/elles permettent (Zij staan toe)

 

Imperfecte Indicatief

- Je permettais (Ik stond toe)
- Tu permettais (U stond toe)
- Il/elle/on permettait (Hij/zij/iemand stond het toe)
- Nous permettions (Wij stonden vroeger toe)
- Vous permettiez (U stond vroeger toe)
- Ils/elles permettaient (Zij stonden vroeger toe)

 

Toekomst Indicatief

- Je permettrai (Ik zal toestaan)
- Tu permettras (U zult toestaan)
- Il/elle/on permettra (Hij/zij/iemand zal toestaan)
- Nous permettrons (Wij staan toe)
- Vous permettrez (U zult toestaan)
- Ils/elles permettront (Zij zullen toestaan)

 

Voorwaardelijk

- Je permettrais (Ik zou toestaan)
- Tu permettrais (U zou toestaan)
- Il/elle/on permettrait (Hij/zij/iemand zou het toestaan)
- Nous permettrions (Wij zouden toestaan)
- Vous permettriez (U zou toestaan)
- Ils/elles permettraient (Zij zouden toestaan)

 

Tegenwoordige aanvoegende wijs

- Que je permette (Dat ik toesta)
- Que tu permettes (Dat u toestaat)
- Qu'il/elle/on permette (Dat hij/zij/iemand toestaat)
- Que nous permettions (Dat wij toestaan)
- Que vous permettiez (Dat u toestaat)
- Qu'ils/elles permettent (Dat zij toestaan)

 

Imperatief

- Permets (Vergunning! - informeel enkelvoud)
- Permettez (Toestaan! - formeel of meervoud)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "permettre"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "permettre" in verschillende grammaticale tijden:

  1. Je permettrai cela demain. (Ik zal dat morgen toestaan.) - Toekomstige Indicatief
  2. Elle permettait toujours à ses enfants de jouer. (Ze liet haar kinderen altijd spelen.) - Imperfect Indicative
  3. Nous permettons à nos amis de venir. (Wij staan toe dat onze vrienden komen.) - Tegenwoordige Indicatief
  4. Il permettrait cette action si nécessaire. (Hij zou deze actie toestaan als het nodig was.) - Voorwaardelijk
  5. Que vous permettiez cette décision soit votre choix. (Of je deze beslissing toestaat is jouw keuze.) - Tegenwoordige aanvoegende wijs
  6. Permettez-moi de vous aider. (Sta me toe je te helpen.) - Imperatief
  7. Elle a permis à son frère de conduire sa voiture. (Ze stond haar broer toe haar auto te besturen.) - Passé Composé
  8. Ils avaient permis cette exception. (Ze hadden deze uitzondering toegestaan.) - Plus-que-parfait
  9. Nous permettrions cette fête si nous pouvions. (We zouden dit feest toestaan als we konden.) - Voorwaardelijk
  10. Vous permettrez à vos enfants de choisir. (U zult uw kinderen laten kiezen.) - Toekomstige Indicatief