"Croire" - Conjugatie van het Franse werkwoord

De Franse taal staat bekend om zijn rijke verscheidenheid aan werkwoorden, elk met zijn eigen unieke vervoegingspatronen. In dit artikel zullen we de vervoeging van het werkwoord "croire" onderzoeken, wat "geloven" betekent in het Engels. Begrijpen hoe je dit werkwoord vervoegt is essentieel voor effectieve communicatie in het Frans, omdat het vaak wordt gebruikt in zowel gesproken als geschreven context.

 

Oneindige vorm

Voordat we in de vervoeging duiken, is het belangrijk om te beginnen met de infinitiefvorm van het werkwoord "croire". In de basisvorm wordt het geschreven als:

- Croire (geloven)

 

Vervoeging in tegenwoordige tijd

De tegenwoordige tijd in het Frans komt overeen met handelingen die op dit moment plaatsvinden. Om "croire" in de tegenwoordige tijd te vervoegen, volg je dit patroon:

- Je crois (Ik geloof)
- Tu crois (Jij gelooft, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on croit (Hij/zij/iemand gelooft)
- Nous croyons (Wij geloven)
- Vous croyez (U gelooft, formeel enkelvoud/ meervoud)
- Ils/elles croient (Zij geloven)

 

Conjugatie in verleden tijden

 

1. Passé Composé

De passé composé wordt gebruikt om handelingen te beschrijven die in het verleden hebben plaatsgevonden. Om de passé composé van "croire" te vormen, moet je het hulpwerkwoord "avoir" en het voltooid deelwoord "cru" gebruiken. Hier is de vervoeging:

- J'ai cru (Ik geloofde)
- Tu as cru (Jij geloofde, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on a cru (Hij/zij/iemand geloofde)
- Nous avons cru (Wij geloofden)
- Vous avez cru (U geloofde, formeel enkelvoud/ meervoud)
- Ils/elles ont cru (Zij geloofden)

 

2. Onvolmaakt

De onvoltooid verleden tijd wordt gebruikt om lopende of gebruikelijke handelingen in het verleden te beschrijven. Om "croire" in de onvoltooid verleden tijd te vervoegen, gebruik je de volgende uitgangen toegevoegd aan de werkwoordstam "croy-":

- Je croyais (Ik geloofde)
- Tu croyais (Je geloofde vroeger, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on croyait (Hij/zij/iemand geloofde)
- Nous croyions (Wij geloofden vroeger)
- Vous croyiez (Je geloofde vroeger, formeel enkelvoud/ meervoud)
- Ils/elles croyaient (Zij geloofden)

 

3. Enkelvoudig Verleden (Passé Simple)

De passé simple wordt voornamelijk gebruikt in formeel schrift. De vervoeging van "croire" in de passé simple is als volgt:

- Je crus (ik geloofde)
- Tu crus (Jij geloofde, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on crut (Hij/zij/iemand geloofde)
- Nous crûmes (Wij geloofden)
- Vous crûtes (U geloofde, formeel enkelvoud/ meervoud)
- Ils/elles crurent (Zij geloofden)

 

Vervoeging in de toekomstige tijd

De toekomende tijd in het Frans wordt gebruikt om handelingen uit te drukken die in de toekomst zullen plaatsvinden. Om "croire" in de toekomende tijd te vervoegen, voeg je de volgende uitgangen toe aan de werkwoordstam "croir-":

- Je croirai (Ik zal geloven)
- Tu croiras (Jij zult geloven, informeel enkelvoud)
- Il/elle/on croira (Hij/zij/iemand zal geloven)
- Nous croirons (Wij zullen geloven)
- Vous croirez (U zult geloven, formeel enkelvoud/ meervoud)
- Ils/elles croiront (Zij zullen geloven)

 

10 voorbeeldzinnen met het woord "croire"

Hier zijn 10 voorbeeldzinnen met het woord "croire" in verschillende grammaticale tijden:

  1. J'espère que tu crois en toi. (Ik hoop dat je in jezelf gelooft.) - Tegenwoordige tijd
  2. Il a cru à cette histoire incroyable. (Hij geloofde in dat ongelooflijke verhaal.) - Verleden Tijd (Passé Composé)
  3. Elle croyait aux contes de fées quand elle était enfant. (Ze geloofde in sprookjes toen ze een kind was.) - Imperfect Tense
  4. Wij geloven in een betere toekomst. (Wij zullen geloven in een betere toekomst.) - Toekomende Tijd
  5. Vous croyiez à cette légende urbaine ? (Geloofde je in die stadslegende?) - Imperfect Tense
  6. Ils croiront en l'amour éternel. (Zij zullen in eeuwige liefde geloven.) - Toekomende Tijd
  7. On ne peut pas croire tout ce qu'on lit sur Internet. (Je kunt niet alles geloven wat je op internet leest.) - Tegenwoordige tijd
  8. Elles avaient cru en son innocence. (Ze geloofden in zijn onschuld.) - Verleden Tijd (Passé Composé)
  9. Je croirais en des extraterrestres si je les rencontrais. (Ik zou in buitenaardsen geloven als ik ze zou ontmoeten.) - Voorwaardelijke tijd
  10. Nous croyons fermement en la liberté d'expression. (Wij geloven vast in vrijheid van meningsuiting.) - Tegenwoordige tijd

Deze voorbeeldzinnen demonstreren het gebruik van het werkwoord "croire" in verschillende grammaticale tijden en laten zien hoe veelzijdig het is in het uitdrukken van overtuigingen en houdingen in verschillende contexten.